In februari grote tekeningen van Ada Dispa in de Zijlstra Galerij. Groot en grotesk.
Het werk van Ada is moeilijk te omvatten, te omschrijven.
Zij tekent, zij krast, driftig als een dier. Het doet denken aan comics; strips met een doorlopend verhaal, verhalen van barbapapa-achtige figuren die in van alles kunnen veranderen. Veranderen in clowns, dieren, engelen en duivels die avonturen beleven zonder kop of staart. Treurig, angstig, spannend met de dood tot gevolg. Om je kapot te lachen met woorden, met titels, met kreten.
Bijvoorbeeld op de ene tekening in etalage. Je ziet twee figuren (vermomde mensen?) groot en klein. Het gaat over plankenkoorts zegt Ada. De twee staan in de coulissen, door een smalle strook kijk je in de zaal met publiek. Eén figuur is ingekleurd, dat is de recensent. Is plankenkoorts ook de titel vraag ik? Nee, die is ‘Wij zijn Gespannen en Nerveus’.
Op de andere tekening – ook op lichtdoorschijnend kalkeerpapier- zie je een meisje in een donkere kamer. Ze ligt in bed, met een soort van grote knuffel. In de deuropening staan 3 mannen in een totaal zwart kostuum. Alleen ogen neus en mond zijn zichtbaar én uit de kostuums steken rode stijve pikken. Het meisje ligt tevreden met haar vinger in de mond maar het fluor-groene wezen kijkt verschrikt.
Titel; Glow in the Dark.
Deze maand is het carnaval. Het werk van Ada is een carnaval, het is een circus van haar onnoemelijke invallen. Maar zowel carnaval als het circus hebben ook altijd iets lulligs; clowns waar je niet om kunt lachen, een gedwongen vrolijke optocht in een treurig klimaat. Gelukkig is die lulligheid door Ada lumineus verbeeld. Lumineus als in fenomenaal, licht en lichtgevend.